We presenteren de voortgang van de investeringen op vier onderdelen: planning, financiën, inhoud en risico’s. We maken een investeringsplanning in jaarschijven. We begroten realistisch, maar jaarschijven zijn niet altijd haalbaar door afhankelijkheden van derden, gebrek aan personele capaciteit (in- en extern), materiaal schaarste, vertraagde of mislukte aanbestedingen en bezwaar en beroep in ruimtelijke procedures.
Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2023 | Primitieve begroting 2024 | Gewijzigde begroting 2024 (1) | Realisatie 2024 (2) | Afwijking (3=1-2) |
---|---|---|---|---|---|
Afschrijvingen | 26.807 | 38.342 | 27.177 | 28.127 | -950 |
Rente | 6.974 | 11.113 | 8.403 | 8.406 | -3 |
Totaal kapitaallasten | 33.780 | 49.455 | 35.580 | 36.533 | -953 |
Extra afschrijving | 642 | 0 | 0 | ||
Totaal kapitaallasten | 34.422 | 49.455 | 35.580 | 36.533 | -953 |
Gemeentebreed wijken de gerealiseerde kapitaallasten met € 1,0 miljoen af van de gewijzigde begroting.
Hierbij wordt opgemerkt dat afschrijvingen worden berekend over activa in het jaar nadat het activum in gebruik is genomen/gereed is gekomen. Ingebruikname/gereed komen in 2024 leidt tot een eerste afschrijving in 2025. Er wordt wel rente berekend over de investeringen gedurende de uitvoering. Uitzondering zijn de vervangingsinvesteringen in openbare ruimte. Bij deze investeringen start de afschrijving het jaar nadat er lasten zijn geboekt. Reden is dat investeringen in openbare ruimte in gedeeltes worden opgeleverd c.q. in gebruik worden genomen/ gereed komen. Zo wordt een weg nooit in zijn geheel afgesloten, maar slechts gedeeltelijk.
De overschrijding van de kapitaallasten wordt veroorzaakt door extra afschrijvingen op onderwijsgebouwen als gevolg van de uitvoering van het IHP Gestel. De extra afschrijvingen worden gedekt uit de Reserve Huisvesting Onderwijs.