Een gezonde financiële positie van de gemeente vergt niet alleen een sluitende begroting, maar vraagt ook om voldoende beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's. Het weerstandsvermogen bepaalt in hoeverre de gemeente in staat is de financiële gevolgen van risico’s op te vangen en legt een relatie tussen de risico's die de gemeente loopt (het benodigd weerstandsvermogen) en de middelen die de gemeente vrij kan maken om de risico's op te vangen (beschikbare weerstandscapaciteit) .
Weerstandscapaciteit: beschikbaar, potentieel en norm
De beschikbare weerstandscapaciteit wordt gevormd door de algemene reserve (eigen kapitaal). Eind 2024 bedraagt deze € 149 miljoen. Het rekeningresultaat over 2024 (€ 20,6 miljoen) wordt toegevoegd aan de reserve. Conform de begroting 2025 wordt in 2025 t/m 2028 al een gedeelte van het weerstandsvermogen ingezet (- € 48 miljoen). Er resteert een verwachte weerstandscapaciteit van € 140 miljoen eind 2028. In de begroting 2026 actualiseren we de inzet en de beschikbare weerstandscapaciteit voor 2025 en verder.
Er is potentiële weerstandscapaciteit bestaande uit stille reserves en onbenutte belastingcapaciteit. Stille reserves als de overwaarde op onze panden en de waarde van onze kunst mogen niet op onze balans worden opgevoerd. De onbenutte belastingcapaciteit wordt bepaald door onze belastingdruk te vergelijken met het 'redelijk peil' (jaarlijks gepubliceerd in de meicirculaire). We nemen de stille reserves en onbenutte belastingcapaciteit niet mee als beschikbare weerstandscapaciteit. Daartegenover staat dat ook niet alle risico's goed kwantificeerbaar zijn.
Voor de benodigde weerstandscapaciteit is geen wettelijke norm. De raad heeft voor de weerstandscapaciteit de minimum norm bepaald op 10% van het begrotingstotaal. Deze beweegt jaarlijks mee met de omvang van de primaire begroting en daarmee met mogelijke risico’s uit een hogere exploitatie. In 2024 is onderzocht of de norm voor het weerstandsvermogen nog passend is. Om deze niet onnodig hoog te laten oplopen en buffer op buffer te stapelen is de 10% regel vanaf begroting 2025 van een maximum voorzien op het huidige niveau van € 110 miljoen. Eind 2024 voldoen we ruimschoots aan deze norm.
Overzicht weerstandsvermogen ( x € 1 miljoen) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Weerstandsvermogen 1 januari | 196 | 155 | 170 | 156 | 153 | 147 |
Onttrekkingen | -60 | -13 | -32 | -3 | -6 | -7 |
Stortingen | 2 | 8 | 18 | 0 | 0 | 0 |
Stand reserve eigen kapitaal 31-12 | 138 | 149 | 156 | 153 | 147 | 140 |
Rekening resultaat | 17 | 21 | ||||
Weerstandsvermogen 31 december 2024 | 155 | 170 | 156 | 153 | 147 | 140 |
Norm | 109 | 110 | 110 | 110 | 110 | 110 |
verschil | 29 | 60 | 46 | 43 | 37 | 30 |
Kengetallen
De BBV- kengetallen zijn voorgeschreven, maar niet genormeerd. Ze geven nadere informatie over de financiële positie van de gemeente. De kengetallen over 2020-2024 laten de ontwikkeling van de financiële positie zien.
De landelijke vergelijkbare cijfers voor 2024 zij nog niet beschikbaar, daarom presenteren we hieronder het landelijke gemiddelde van 2023 (waarstaatjegemeente.nl).
NL 2023 | Realisatie 2023 | Begroting 2024 | Realisatie 2024 | |
---|---|---|---|---|
netto schuldquote | 41,3% | 36,5% | 37,0% | 37,9% |
netto schuldquote gecorrigeerd voor doorleningen | 34,4% | 35,3% | 36,0% | 36,7% |
solvabiliteitsratio | 39,6% | 43,0% | 42,0% | 43,9% |
grondexploitatie | 5,6% | 3,6% | 2,0% | 1,6% |
structurele exploitatieruimte | 2,3% | 8,6% | 0,0% | 5,3% |
belastingcapaciteit | 98,0% | 94,7% | 100,0% | 95,0% |
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen. De gecorrigeerde netto schuldquote geeft aan hoeveel van de vermogensbehoefte (exclusief doorlening aan derden) extern gefinancierd is. In 2024 werd voor een bedrag van € 1,1 miljoen afgelost. Vanwege de ruime liquiditeitspositie was het niet nodig om lange financiering aan te trekken in 2024. Zowel de netto schuldquote als de netto schuldquote gecorrigeerd voor doorleningen is hierdoor iets toegenomen ten opzichte van 2023. De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar verplichtingen te blijven voldoen. We zien hierin de afgelopen jaren een stijgende lijn, wat resulteert in een percentage boven het landelijk gemiddelde. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe hoog de waarde van de grond is ten opzichte van de totale baten. Door afname van de balanswaarde van bouwgronden in exploitatie daalt de indicator (en het risico). Bij de structurele exploitatieruimte betekent een positief percentage dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. De belastingcapaciteit reflecteert de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing, reinigingsheffing) ten opzichte van het 'redelijk peil'. In paragraaf lokale heffingen zijn de woonlasten toegelicht.
Risico's en benodigd weerstandsvermogen
Onderstaande figuur maakt duidelijk voor welk gedeelte van de risico’s we weerstandsvermogen aanhouden.
We onderkennen:
- Externe risico's: risico's waar je als organisatie geen invloed op hebt zoals (natuur)rampen, economische omstandigheden, vluchtelingenstromen, wet- en regelgeving vanuit het Rijk .
- Strategische risico's: risico's inherent aan de organisatie zoals decentralisaties, subsidieverstrekkingen, grondexploitaties, investeringen, samenwerkingsverbanden en overige exploitatierisico's.
Voor de juridische claims waarvan het waarschijnlijk is dat ze leiden tot een toekomstige financiële verplichting en waarvan een reële inschatting gemaakt kan worden, is conform de verslaggevingsvoorschriften een voorziening gevormd (voorziening juridische claims en geschillen). De overige claims en geschillen vormen onderdeel van de risico's die ten laste van het weerstandsvermogen komen. De risicoreserve garanties en geldleningen dekt de risico's op verstrekte leningen en garanties. Dit risico komt daarom niet ten laste van het weerstandsvermogen.
De op dit moment te kwantificeren risico’s tellen op tot een bedrag van maximaal € 113,2 miljoen. Als we dit bedrag afzetten tegen de vrij beschikbare weerstandscapaciteit van € 140 miljoen zijn we prima in staat om 100% van de gekwantificeerde risico's op te vangen en is er ook nog ruimte om (een gedeelte) van de niet gekwantificeerde risico’s op te vangen.