Vlottende activa
Voorraden
Overzicht voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2023 | 31-12-2024 | |||||
Grond- en hulpstoffen | 14 | 14 | ||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 41.213 | 19.765 | ||||
- bouwgronden in exploitatie | 46.045 | 24.752 | ||||
- voorziening verliesgevende exploitatie | -6.276 | -6.483 | ||||
- overig | 1.444 | 1.496 | ||||
Gereed product en handelsgoederen | 1.345 | 1.266 | ||||
Voorraden | B31 | 42.572 | 21.045 |
---|
Toelichting onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per ultimo 2024 een saldo van € 19,8 miljoen. Binnen deze post zijn onder andere begrepen de in exploitatie genomen gronden. De boekwaarde hiervan bedroeg ultimo 2023 € 46,0 miljoen. Deze balanspost betreft de grondexploitaties waarbij de gemeente de in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen omvormt naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd. Ultimo 2024 was de boekwaarde van deze grondexploitaties € 24,8 miljoen (dit vóór aftrek van voorziening verliesgevende planexploitaties) en is met € 21,2 miljoen afgenomen. Dit is onder andere veroorzaakt doordat er voor projecten, waarvoor in eerdere jaren kosten zijn gemaakt (grondaankoop, kosten voorbereiding en bouw- en woonrijp maken van de grond), dit jaar opbrengsten zijn gerealiseerd door verkoop van deze bouw- en woonrijp gemaakte kavels en overige grondverkopen.
Ook dit jaar zijn de prospecties van de grondexploitaties herijkt. De verwachte eindwaarde van de bouwgronden in exploitatie bedraagt circa € 24,0 miljoen en de verwachte netto contante waarde circa € 21,5 miljoen. In de prospecties (toekomstige opbrengsten) zijn een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Hiervoor is een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende grondexploitaties (stand per 31-12-2024 € 6,5 miljoen) wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. De voorziening is contant gemaakt met de wettelijk voorgeschreven disconteringsvoet van 2%. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks minimaal met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken.
Bedragen * € 1.000
Verloop- | 1-1-2024 | Vermeer-deringen | Vermind- | 31-12-2024 | Geraamde | Geraamde | Verwacht | NCW |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bouwgronden in exploitatie | 46.045 | 24.023 | 45.316 | 24.752 | 260.002 | 310.351 | -25.597 | -23.657 |
De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen) van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van € 23,5 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf grondbeleid voor meer toelichting en de ingerekende scenario's in het weerstandsvermogen).
Tussentijds winstnemen
Conform de BBV-regelgeving moet uit lopende grondexploitaties tussentijds winst worden genomen op basis van het actuele verwachte resultaat en het gerealiseerde voortgangspercentage. Wanneer het verwachte resultaat daalt, moet eerder genomen winst (gedeeltelijk) worden teruggestort. Om dit risico te beperken, is in 2024 de Reserve Onzekere Winsten ingesteld. Per project wordt beoordeeld of de verplicht te nemen ‘onzekere winst’ hoger is dan de projectspecifieke risico’s. Is dit het geval, dan wordt die winst als ‘zeker’ aangemerkt en vrijgegeven aan de afgesproken bestemmingen. In 2024 is € 2,42 miljoen teveel genomen winst teruggestort in grondexploitaties en daarnaast is een onzekere winst van € 2,37 miljoen uit grondexploitaties onttrokken en gestort in de reserve onzekere winsten. Uit dezelfde reserve is tevens een resultaat van € 2 miljoen onttrokken welke is bestemd op basis van besluitvorming.
Toelichting gereed product en handelsgoederen
Onder gereed product en handelsgoederen zijn panden opgenomen die voor verkoop bestemd zijn. De boekwaarde van deze panden is conform BBV regels bij de bestemming tot verkoop overgegaan van materieel vast actief naar voorraden.
Ultimo 2024 bedraagt de balanspositie, net als in 2023, afgerond € 1,3 miljoen.
- Eén pand is van de verkooplijst afgehaald en overgegaan naar de materiële vaste activa. De boekwaarde van de voorraad is hierdoor met € 57.000 verlaagd.
- Op de panden vindt nog steeds afschrijving plaats. Hierdoor is de balanswaarde handelsvoorraden gedaald met € 22.000
Als de boekwaarde van de panden wordt afgezet tegen de verwachte opbrengstwaarde, dan is het niet nodig om een afwaardering toe te passen.
Verloop- | Boekwaarde 1-1-2024 | Herrubricering naar materiële vaste activa | Investering | Desinveste-ring (verkoop) | Afschrijving | Boekwaarde 31-12-2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
Gereed product en handels-goederen | 1.345 | -57 | 0 | -22 | 1.266 |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Overzicht uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een looptijd van 1 jaar of minder worden als volgt gespecificeerd:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2023 | 31-12-2024 | ||
Vorderingen op openbare lichamen | 66.303 | 74.562 | |
---|---|---|---|
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 84.540 | 15.784 | |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | 459 | 969 | |
Overige vorderingen | 25.381 | 35.112 | |
Clientdebiteuren | 6.954 | 6.130 | |
Belastingdebiteuren | 3.461 | 9.061 | |
Overige debiteuren | 14.966 | 19.920 | |
Overige uitzettingen | 2 | 0 | |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | B11 | 176.685 | 126.426 |
Toelichting vorderingen op openbare lichamen
De vorderingen bestaan uit een aantal posten namelijk de vordering op de fiscus met betrekking tot het landelijk BTW compensatiefonds van € 56,2 miljoen, de vordering op het Rijk inzake de regeling BBZ (Besluit Bijstand Zelfstandigen) van € 0,9 miljoen, BTW vorderingen van € 0,5 miljoen, overige vorderingen van € 9,6 miljoen (een toename van € 4,3 miljoen ten opzichte van 2023) waarvan € 6,3 miljoen betrekking heeft op een vordering COA inzake asielopvang en vooruitbetaalde bedragen van € 7,2 miljoen (een toename van € 4,7 miljoen ten opzichte van 2023) die betrekking hebben op vooruitbetaalde bijdrage WSW, gemeentelijke bijdrage aan de veiligheidsregio en de gemeenschappelijke regeling Cure.
Toelichting op schatkistbankieren
De liquide middelen van de gemeente, die verplicht gestald worden bij de schatkist, zijn fors afgenomen in 2024 door diverse grote verwervingen en investeringen in immateriële en materiële vaste activa.
Schatkistbankieren | kw1 | kw2 | kw3 | kw4 |
---|---|---|---|---|
Limiet (norm) | 11,3 | 11,3 | 11,3 | 11,3 |
Gemiddeld saldo op bankrekeningen | 0,7 | 1,6 | 0,8 | 1,0 |
Toelichting overige vorderingen
Algemeen
Eind 2024 was de stand van de overige vorderingen afgerond € 41,6 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. Inzake deze vorderingen is de inschatting dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. We corrigeren daarom de boekwaarde met een bedrag voor verwachte oninbaarheid (voorziening dubieuze debiteuren) van in totaal afgerond € 6,5 miljoen. Dit resulteert in een balanswaarde van € 35,1 miljoen. Deze voorziening dubieuze debiteuren wordt voor de drie componenten afzonderlijk bepaald. Onderstaand overzicht toont per component de boekwaarde eind 2024, de getroffen voorziening en de balanswaarde per 31-12-2024.
(x € 1.000) | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen |
---|---|---|---|---|---|---|
Cliëntdebiteuren | 11.971 | 5.017 | 6.954 | 10.442 | 4.311 | 6.130 |
Belastingdebiteuren | 4.232 | 771 | 3.461 | 10.182 | 1.121 | 9.061 |
Overige debiteuren | 16.019 | 1.053 | 14.966 | 20.941 | 1.021 | 19.920 |
Totaal overige vorderingen | 32.222 | 6.841 | 25.381 | 41.564 | 6.452 | 35.112 |
Cliëntdebiteuren
Het saldo van de cliëntdebiteuren is met € 1,6 miljoen gedaald ten opzichte van 2023 (naar circa € 10,4 miljoen). De voorziening bedroeg eind 2023 € 5,0 miljoen. Na een onttrekking in 2024 van per saldo € 1,6 miljoen is na herberekening een dotatie nodig van € 0,9 miljoen, waardoor de voorziening eind 2024 op € 4,3 miljoen uitkomt.
De vorderingen op cliëntdebiteuren ontstaan vanuit diverse soorten inkomensregelingen. De belangrijkste oorzaken zijn: terugvorderingen, fraudevorderingen, boetes en geldleningen. Sinds 2020 zijn hier TOZO vorderingen bijgekomen. Naast de afname van de TOZO debiteuren is het debiteuren saldo afgenomen doordat er minder teruggevorderd is en er meer is afgeboekt. Dit als gevolg van de omgekeerde toets, een werkwijze waar niet de bepalingen in de wetten voorop staan, maar de doelen van die wetten en de doelen van de maatwerkoplossing die iemand nodig heeft. Evenals in 2022 en 2023 zien we dat dit ook een gunstige impact heeft op het percentage oninbaarheid dat wederom gedaald is.
We vormen een voorziening voor deze debiteuren omdat er een risico bestaat op oninbaarheid. Voor de berekening van de voorziening cliëntdebiteuren wordt rekening gehouden met het soort regeling. Elke regeling kenmerkt zich door eigen wet- en regelgeving, wat van invloed is op de berekening van de voorziening cliëntdebiteuren. De systematiek voor het bepalen van het oninbaarheidspercentage is niet gewijzigd t.o.v. 2023. Er is een percentage gehanteerd omdat, gezien het grote aantal kleine(re) vorderingen, een voorziening economisch-rationeel niet te bepalen is door een beoordeling van de individuele vorderingen. Aan de hand van een gewogen gemiddeld percentage wordt naar aanleiding van de werkelijke stand van zaken in de financiële administratie de waardering en de voorziening van cliëntdebiteuren bepaald.
Belastingdebiteuren
De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Eind 2024 bedraagt de boekwaarde € 10,2 miljoen. Een toename van € 6 miljoen ten opzichte van eind 2023.
Op het openstaand saldo is een voorziening voor verwachte oninbaarheid getroffen van € 1,1 miljoen. Voor deze schatting is gebruik gemaakt van de ervaringscijfers uit het verleden (feitelijke oninbaarheid afgezet tegen de oorspronkelijke vorderingen). Er is een percentage gehanteerd omdat, gezien het grote aantal kleine(re) vorderingen, een voorziening economisch-rationeel niet te bepalen is door een beoordeling van de individuele vorderingen.
De voorziening is in 2024 met afgerond € 0,4 miljoen toegenomen. Deze mutatie laat zich verklaren door een inzet op oninbare posten in 2024 (- € 0,4 miljoen) en een aanvullende storting van de voorziening op basis van de beoordeling per jaareinde ( € 0,8 miljoen).
Overige debiteuren
Het totaal openstaand saldo overige debiteuren 31-12-2024 bedraagt € 33,4 miljoen, waarvan € 14,9 miljoen vorderingen op openbare lichamen, die niet risicodragend zijn. In vergelijking met 2023:
| saldo | saldo | 2023 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overige debiteuren | 31-12-2023 | 31-12-2024 | versus | |||||
2024 | ||||||||
Openbare lichamen | 5,2 | 14,9 | -9,7 | |||||
Overige debiteuren | 12,9 | 18,5 | -5,6 | |||||
Totaal | 18,1 | 33,4 | -15,3 |
Openstaande overige debiteuren 31-12-2024 | > 1 jr | < 1 jr | Totaal |
---|---|---|---|
Openbare lichamen | 0,08 | 14,8 | 14,9 |
Totaal openstaande overige vorderingen 31-12-2024 | 2,8 | 30,6 | 33,4 |
De Mutatie in de voorziening dubieuze debiteuren wordt berekend over de openstaande vorderingen. Voor 2024 neemt de voorziening af met € 32k. Evenals in voorgaande jaren (voortzetting gedragslijn) wordt voor de berekening gebruikt gemaakt van een risicomatrix waarbij de debiteuren volgens de dynamische methode in risicoklassen zijn ingedeeld. Hierdoor zijn we in staat om de vorderingen zowel in de massa als dynamisch te beoordelen en hebben we een solide basis voor de bepaling van een toereikende voorziening dubieuze debiteuren. Dit samenstel zorgt ervoor dat het financiële risico voor de gemeente beheersbaar en inzichtelijk is.
Naast de berekende storting/onttrekking voor een toereikende voorziening per ultimo 2024 wordt de voorziening lopende het jaar gemuteerd (oninbaar en vrijval) conform formele besluitvorming en het daarvoor geldende mandaat.
De daling ten opzichte van 2023 kan als volgt worden weergegeven:
• Afboekingen oninbaar cf. besluitvorming | 118 - |
---|---|
• Vrijval door afwikkeling vorderingen | 38 - |
• Faillissement uitkering | 39 |
• Terugvordering BTW oninbare vorderingen | 14 |
• Specifieke stortingen o.b.v. inschatting oninbaar | 16 |
• Berekening storting oninbaar overige vorderingen | 55 |
Totaal (afname) | 32 - |
De verhouding voorziening dubieuze debiteuren versus openstaande vorderingen bedraagt, rekening houdend met de uitzondering van bijzondere posten waarover is besloten, afgerond 5%, tegen ruim 8% in 2023. Hieruit kan, in de massa, geconcludeerd worden dat het betaalgedrag van onze debiteuren is verbeterd.
Liquide middelen
Overzicht liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de kas- en banksaldi per 31-12-2024.
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2023 | 31-12-2024 | ||
Kassaldi | 58 | 79 | |
Banksaldi | 73 | 9.510 | |
Liquide middelen | B12 | 131 | 9.590 |
---|
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de kas- en banksaldi per 31-12-2024
De reden voor het hoge kassaldo in deze periode ten opzicht van het kassaldo van vorige jaar is te wijzen aan het feit dat de geldoverdracht naar de schatkistrekening eind december 2024 niet heeft plaatsgevonden
Overlopende activa
Overzicht overlopende activa
De balanspost overlopende activa wordt als volgt onderscheiden:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2023 | 31-12-2024 | |||||
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel: | ||||||
- Europese overheidslichamen | 52 | 270 | ||||
- het Rijk | 3.287 | 2.950 | ||||
- overige Nederlandse overheidslichamen | 3.364 | 4.993 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen | 37.259 | 36.062 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen | 32.813 | 32.942 | ||||
Vooruitbetaalde bedragen | 4.445 | 3.120 | ||||
Overlopende activa | B21 | 43.962 | 44.276 |
---|
Toelichting op de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
Onderstaand overzicht geeft een beeld van de nog te ontvangen inkomende geldstromen (subsidies) van projecten die mede gefinancierd worden door Europa, het Rijk en overige Nederland. De te ontvangen bedragen worden jaarlijks, volgens een vastgesteld methodiek, toegerekend naarmate de subsidiabele uitgaven worden gerealiseerd.
bedragen x € 1.000 | Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar 2024 | Toevoegingen | Ontvangen bedragen | Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar 2024 |
---|---|---|---|---|
Europese overheidslichamen | 52 | 333 | 115 | 270 |
CitCom.ai | 1 | 19 | 0 | 20 |
EnergyMEASURES | 0 | 44 | 0 | 44 |
Heat Insyde H2020 CI LEIT | 4 | 2 | 0 | 7 |
OPZuid Project VvE Transitiecentrum Brabant | 4 | 1 | 5 | 0 |
Weerbaar Dommelland | 0 | 73 | 0 | 73 |
European City Facilities EUCF call 5 | 0 | 21 | 0 | 21 |
NextGen YouthWork Urbact | 37 | 173 | 110 | 100 |
Netco | 5 | 0 | 0 | 5 |
het Rijk | 3.287 | 3.257 | 3.595 | 2.950 |
SISA B2 Gemeentelijke hulp gedupeerden Toeslagenproblematiek | 667 | 774 | 0 | 1.442 |
SISA C62 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen gedupeerden toeslagenaffaire | 20 | 2 | 0 | 22 |
SISA E3.1 Sanering Verkeerslawaai | 432 | 0 | 0 | 432 |
SISA E3.3 Sanering Verkeerslawaai (E3.4 in 2021) | 103 | 0 | 0 | 103 |
SISA E3.4 Sanering Verkeerslawaai | 40 | 0 | 0 | 40 |
SISA E53.1 SPUKSLA 21 Meetnet ILM2.0 01258528 E53 | 0 | 100 | 0 | 100 |
SISA E53.12 Netwerk en Stim.campagne Deelmobiliteit | 0 | 17 | 0 | 17 |
SiSa E53.4 Schone lucht akkoord Micromobility Hubs | 13 | 0 | 13 | 0 |
SISA E53.5 Nieuw emissie-arm aanbesteden | 60 | 0 | 60 | 0 |
SISA E53.6 Onderzoek electriche(deel)mobiliteit | 15 | 0 | 15 | 0 |
SISA E53.9 SPUKSLA 03160810 Laadinfra Te Veld II | 16 | 0 | 16 | 0 |
SISA G12 Kwijtschelden publieke schulden SZW-domein hersteloperatie kinderopvangtoeslagaffaire | 37 | 5 | 25 | 17 |
SISA G2 Participatiewet gederfde baten kinderopvangtoeslagaffaire | 71 | 74 | 0 | 145 |
SISA G3 BBZ gederfde baten kinderopvangtoeslagaffaire | 34 | -33 | 1 | 0 |
SISA G4 TOZO kinderopvangtoeslagenaffaire | 28 | 12 | 10 | 30 |
SISA H12 Uitvoeringsbudg Lokale Preventieakkoorden | 0 | 136 | 0 | 136 |
SISA H30 SPUK BREED GALA Versterken sociale basis | 0 | 36 | 35 | 1 |
SISA M16 bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraine | 676 | 0 | 676 | 0 |
SISA M29 Coördinatie en 1e opvang Oekraïne | 0 | 1.176 | 1.163 | 13 |
Rijkssubsidie 910-500 uitwerking BO MIRT afspraken 2020 | 723 | 128 | 840 | 10 |
Lokale Weerbaarheid Cybercrime | 0 | 20 | 0 | 20 |
2024ESFp20214 Blijven ontwikkelen voor de toekomst | 0 | 72 | 0 | 72 |
Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 (UWV) | 0 | 701 | 536 | 165 |
RMT Zuidoost-Brabant 2023 | 95 | 1 | 96 | 0 |
Subsidie SIM 4 monumenten | 71 | 0 | 29 | 42 |
DUMAVA Gymzaal / Piuslaan 70 | 37 | 0 | 37 | 0 |
DUMAVA Ateliergebouw / Ruysdaelbaan 106 | 0 | 36 | 0 | 36 |
Subsidie SIM Catharinakerk | 149 | 0 | 41 | 107 |
Overige Nederlandse overheidslichamen | 3.364 | 7.408 | 5.779 | 4.993 |
SISA M18b Opvang ontheemden Oekraine door veiligheidsregio's | 371 | 0 | 371 | 0 |
Klimaatbuffers Z61840 | 100 | 0 | 100 | 0 |
RMT Zuidoost-Brabant 2024 (UWV) | 0 | 349 | 279 | 70 |
Ateliers en Makerspaces Brainport Eindhoven Regiodeal | 1.154 | 504 | 547 | 1.111 |
Reg.mob.prog Fietsenstalling Stationspl Z-I-103-2023 Zuid | 0 | 504 | 400 | 104 |
Urban Sport Route Regiodeal A.2.1.D | 0 | 56 | 45 | 11 |
SOK Internationale Knoop XL (PNB) | 0 | 23 | 0 | 23 |
Internationale Knoop XL PNB | 0 | 564 | 0 | 564 |
Nationaal Zwemcentrum de Tongelreep | 1.081 | 4.841 | 4.022 | 1.900 |
HECS - Living in & MKB-accountmanagement | 586 | -586 | 0 | 0 |
PNB subsidie 910-500 uitwerking BO MIRT afspraken 2020 | 49 | 6 | 0 | 55 |
B20.91 Kunstroute-netwerk RegioDeal | 23 | 0 | 15 | 8 |
Bereikbaarheidsakkoord (BBA) | 0 | 1.148 | 0 | 1.148 |
- | - | - | ||
Totaal voorschotbedragen | 6.703 | 10.998 | 9.488 | 8.214 |
Toelichting overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen ten laste van volgende begrotingsjaren
Overige nog te ontvangen bedragen
Overeenkomstig het BBV zijn de vorderingen inzake faciliterend grondbeleid onder de overige nog te ontvangen
bedragen opgenomen en zijn deze uitgesplitst in verhaalbare (€ 11,7 miljoen) en verrekenbare (€ 1,3 miljoen)
kosten. Totaal (€ 13,1 miljoen). Voor het gedeelte wat hiervan op basis van een prognose naar verwachting niet
verhaalbaar zal zijn, is een verliesvoorziening gevormd (stand per 31-12-2024 € 4,1 miljoen) en hierop in
mindering gebracht. Per saldo bedroeg het aandeel faciliterend grondbeleid afgerond € 9,0 miljoen.
De overige nog te ontvangen bedragen bedroeg ultimo 2024 € 24,0 miljoen (een toename van € 2,6 miljoen ten opzichte van 2023). In deze post is o.a. een bedrag van € 5,2 miljoen opgenomen als nog te ontvangen middelen COA, € 3,7 miljoen nog te ontvangen toeristenbelasting 2024, € 0,9 miljoen nog te ontvangen VPB, € 0,5 miljoen nog te ontvangen OZB 2024, nog te ontvangen parkeerinkomsten ad € 2,2 miljoen, nog te ontvangen subsidies ad € 1,5 miljoen en nog te ontvangen bedragen i.v.m. Strijp ad € 1,5 miljoen.
Vooruitbetaalde bedragen
Het balanssaldo van de vooruitbetaalde bedragen per 31-12-2024 nam af met € 1,3 miljoen ten opzichte van 2023. Het saldo per ultimo 2024 betreft facturen welke op voorschot worden voldaan en waarvan de lasten betrekking hebben op het boekjaar 2025. De vooruitbetaalde kosten ICT (hardware en software) op basis van doorlopende contracten bedroegen circa € 1,3 miljoen, vooruitbetaalde bevoorschotting regiogemeente € 0,7 miljoen, de rente op de erfpachtconstructie met PSV bedroeg € 0,5 miljoen. Daarnaast hebben de bedragen betrekking op verzekeringspremies, energievoorschotten en huren.